2 Timótheüs 1:9
Statenvertaling
Die ons heeft zalig gemaakt, en geroepen met een heilige roeping; niet naar onze werken, maar naar Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus, voor de tijden der eeuwen;
Herziene Statenvertaling*
Hij heeft ons zalig gemaakt en geroepen met een heilige roeping, niet overeenkomstig onze werken, maar overeenkomstig Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen,
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
die ons behouden heeft en geroepen met een heilige roeping, niet naar onze werken, maar naar zijn eigen voornemen en de genade, die ons in Christus Jezus gegeven is voor eeuwige tijden,
King James Version + Strongnumbers
Who hath saved G4982 us, G2248 and G2532 called G2564 us with an holy G40 calling, G2821 not G3756 according G2596 to our G2257 works, G2041 but G235 according G2596 to his own G2398 purpose G4286 and G2532 grace, G5485 which was given G1325 us G2254 in G1722 Christ G5547 Jesus G2424 before G4253 the world began, G5550 - G166
Updated King James Version
Who has saved us, and called us with an holy calling, not according to our works, but according to his own purpose and grace, which was given us in Christ Jesus before the world began,
Gerelateerde verzen
Romeinen 9:11 | Handelingen 15:18 | Romeinen 8:28 - Romeinen 8:39 | Romeinen 16:25 | Deuteronomium 7:7 - Deuteronomium 7:8 | Openbaring 17:8 | Johannes 10:28 - Johannes 10:29 | 1 Thessalonicenzen 4:7 | Openbaring 13:8 | Matthéüs 11:25 - Matthéüs 11:26 | 1 Petrus 2:9 | Romeinen 9:24 | Hebreeën 3:1 | Titus 1:2 | Johannes 17:9 | 1 Korinthe 3:21 - 1 Korinthe 3:22 | 1 Petrus 1:15 - 1 Petrus 1:16 | Romeinen 3:20 | Éfeze 1:11 | Matthéüs 1:21 | 1 Petrus 2:20 - 1 Petrus 2:21 | Johannes 6:37 | Éfeze 1:9 | 1 Timótheüs 1:1 | 1 Korinthe 1:18 | 1 Petrus 1:20 | Éfeze 1:3 - Éfeze 1:4 | Éfeze 2:8 - Éfeze 2:9 | Jesaja 14:26 - Jesaja 14:27 | Johannes 17:24 | 2 Thessalonicenzen 2:13 - 2 Thessalonicenzen 2:14 | Éfeze 3:11 | Lukas 10:21 | Handelingen 2:47 | Romeinen 11:5 - Romeinen 11:6 | Éfeze 2:5 | Titus 3:4 - Titus 3:5